Substitutie (=verwisselbare) goederen of complementaire (=aanvullende) goederen?

Kies uit substutiegoederen of complementaire goederen.

Tweet

Coca cola en pepsi cola.
Een auto en benzine.
Ski's en skistokken.
Koffie en suiker.
Milkshake en ijsje.
Shag en sigaretten.
Shag en vloei.
Voetballenschoenen met schroefnoppen en voetbalschoenen met vaste noppen.
Voetbalschoenen en scheenbeschermers.
PC en een toetsenbord.
PC en een tablet.
Ipod en een discman.