Constante (=vaste) en variabele kosten? theorie

Kies uit constante of variabele kosten.

Tweet

1. Schroeven en spijkers voor een kastenfabriek.
2. Motorolie in een garagebedrijf.
3. Loonkosten van de medewerkers die al jaren bij een restaurant werken.
4. De huur van het bedrijfspand voor een kinderdagverblijf.
5. De loonkosten voor de oproepkracht bij de lokale pizzeria.
6. De winstpremies die een voetbalvereniging moet betalen aan de spelers als het team wint.
7. De afschrijvingskosten van een machine bij een schoenenfabriek.
8. De abonnementskosten van je mobiele telefoon.
9. De extra kosten omdat je tijdens vakantie hebt gebeld met je mobiele telefoon.
10. De transportkosten van Bol.com die voor de levering van wasmachines een transportbedrijf inschakeld.
11. De aansluitkosten die je jaarlijks hebt om aangesloten te zijn op het Nederlandse gasnetwerk.
12. De premie die je maandelijks moet betalen voor je zorgverzekering.